Anansi - Wat goed is voor jou, is ook goed voor je vrienden

Op een dag bereikte Kwaku Anansi de spin de mededeling dat zijn schoonmoeder was overleden. Anansi had niet veel zin om in z'n eentje naar de begrafenis te gaan. Dus ging hij naarstig op zoek naar een vriend die hem hierbij wilde vergezellen. Opeens zag hij de antilope en zei: "Hé, antilope, jij bent altijd een goede vriend van mij geweest. Ik moet naar een begrafenis in het dorp verderop, wil je met mij meegaan?" En de antilope zei: "Oké, waarom ook niet? Ik heb nog wel wat dingen te doen, maar als vriend ga ik met je mee." "Mooi," zei Anansi, "dat is echte vriendschap," waarna ze op pad gingen.

Onderweg vroeg Anansi aan de antilope: "Hoe weet jij eigenlijk wanneer je moet huilen?" - "Oh," antwoordde de antilope, "ik begin gewoon te jammeren, zo van: "Oh en wee, de schoonmoeder van Kwaku Anansi is dood." - "Dat is goed," zei Anansi, "maar wat zul je zeggen wanneer ze je vragen wat je wilt eten?" - "Nou, dan zeg ik dat ik wel wat fufu wil en eh..." Anansi liet de antilope niet uitpraten: "Nee, nee, dat moet je niét zeggen. Je moet om hete pepers en geroosterde plantaan vragen. Want dat is de manier waarop we huilen in het dorp van mijn schoonmoeder." - "Als dat dé manier is," antwoordde de antilope, "dan zal ik het zo doen."

Eenmaal bij het dorp aangekomen, spoorde Anansi de antilope aan: "Huil nou, kom op, je moet huilen!" De antilope liet hierop zijn tranen de vrije loop, begon te snikken en snotteren, zo hard dat horen en zien je bijna verging. Toen de mensen de antilope zo hard hoorden huilen, kwamen ze op hem af. "Hé, niet zo huilen. Hou daar maar mee op. Je zult wel hongerig zijn. Wat wil je eten?" Terwijl Anansi hem strak aankeek, antwoordde de antilope: "Geef mij maar wat hete pepers en geroosterde plantaan." En de dorpsbewoners gaven hem hete pepers en geroosterde plantaan.

Even later begon Anansi ook heel hard te huilen. "Oh en wee, mijn arme schoonmoeder, wat zal ik haar missen." De mensen kwamen ook naar hem toe en zeiden: "Je moet niet huilen Anansi, wat wil je eten?" Zonder lang na te denken, antwoordde Anansi: "Ik wil geitesoep en yam fufu." En de dorpsbewoners brachten Anansi geitesoep en yam fufu.

"Hé," riep de antilope kwaad, "jij hebt mij wat anders verteld. Je bent een bedrieger." "Kom nou," zei Anansi, "ik zei dat je moest huilen om hete pepers en geroosterde plantaan te krijgen. En zo is het precies gegaan. Dus niet zeuren en gewoon dooreten." De antilope al met tegenzin verder, maar nam zich voor nooit meer met Anansi ergens naar toe te gaan. Anansi had zich ondertussen helemaal volgegeten en keerde vet en voldaan van de begrafenis terug.

Een poosje later stierf een tante. En Anansi ging wederom op zoek naar iemand die samen met hem naar de begrafenis wilde. Na een tijd om zich heen te hebben gekeken, zag hij plots de hond staan. "Hé hond," riep Anansi, "wil je met me mee naar de begrafenis van mijn tante." En de hond zei: "Ik ga met je mee, daar heb je per slot van rekening vrienden voor.

Anansi haalde onderweg dezelfde streek uit als met de antilope. Zo bereikten ze het dorp en de hond kreeg, nadat hij was uitgehuild, zijn portie hete pepers en geroosterde plantaan. Toen Anansi in huilen uitbarstte, en de dorpsbewoners vroegen wat hij wilde eten, bestelde hij, net als de vorige keer, geitesoep en yam fufu.

Ook de hond voelde zich door Anansi bij de neus genomen. Hij werd heel erg kwaad en zei: "Ik zweer dat ik nooit meer ergens met je heen zal gaan, Kwaku Anansi."

Na verloop van tijd opnieuw een sterfbericht. Dit keer was het de schoonvader van Anansi. Weer keek hij om kwam er zich heen, op zoek naar iemand die met hem mee zou kunnen gaan. Maar niemand wilde. "We weten wat je met de anderen hebt gedaan," zeiden ze eensluidend. "Nee, nee, ditmaal is het anders," smeekte Anansi, nu is het mijn schoonvader die gestorven is."

Gelukkig voor Anansi kwam hij even later het konijn tegen. "Hé, konijn, jij bent de trouwste van al mijn vrienden. Niemand wil met mij mee naar de begrafenis, maar ik kan toch onmogelijk alleen gaan?"

Het konijn dacht er even over na en besloot toen maar mee te gaan. Verheugd riep Anansi: "Van nu af aan zal ik alles voor je doen, wanneer je iets nodig hebt, hoef je het me maar te zeggen." "Maak je geen zorgen," zei het konijn rustig, "daar zijn vrienden immers voor." En ze begaven zich op weg. Anansi vertelde het konijn onderweg dat hij moest huilen en als ze hem daarna zouden vragen wat hij wilde eten, dan moest hij om hete pepers en geroosterde plantaan vragen.

Toen ze in het dorp aankwamen begon het konijn te huilen. De mensen kwamen op hem af en zeiden: "Hé konijn, hou maar op met huilen, je zult wel hongerig zijn. Wat wil je eten?" Het konijn bedacht zich geen moment en antwoordde: "Ik wil geitesoep en yam fufu." "Nee, nee, nee," gilde Anansi, "niet doen." Maar de dorpsbewoners riepen hem tot de orde en zeiden: "Moet je eens luisteren Kwaku Anansi, als het konijn daarom vraagt, dan krijgt hij dat." Dus at het konijn zijn buik vol aan de geitesoep en de yam fufu en bleef Anansi... geen andere keuze dan te vragen om hete pepers en geroosterde plantaan.

Anansi begon te eten en huilde de ogen uit zijn hoofd. Het eten was zo heet, dat hij niet meer kon ophouden met huilen. Hij at er zoveel van dat hij bewusteloos raakte en tenslotte stierf.

Daarom zeggen we: "Wat goed is voor jou, is ook goed voor je vrienden."