Stilte voor de Storm
Tweelingen
1027 N.R. Jaar van de Keuze
Langsheen de handelsroute in opbouw en op weg naar de Convocatie te Nieuw-Ayoppa stopt de groep in wat een herberg lijkt te zijn. Het is het huis van "den Dikke" die zijn deuren openstelt voor reizigers in ruil voor het nodige koper.
Verblijven daar eveneens: een Ridder van de Zwarte Kraai en zijn schildknaap, een zelfverklaarde profeet, een historicus en nog enkele andere individuen.
Elfen komen toe die ruime tijd geleden Nieuw-Ayoppa ontvluchtten, op de hielen gezeten door andere elfen die hun broeders en zusters trachten te doden.
De vluchtelingen brengen droef nieuws: Nieuw Ayoppa is afgebrand, vele elfen en gasten vonden de dood in de slachting die daarop volgde. De Convocatie gaat niet langer door.
Bij nacht vallen deze "andere elfen "ook de reizigers aan, voornamelijk elfen en half-elfen zijn hun gekozen doelwit. Een naam zindert door de verhalen die de angstige elfen vertellen: Agar'Waen.
Geruchten circuleren over een mysterieus "gat" dat verderop in het bos gelegen zou zijn. De lokale bevolking weet hier blijkbaar meer over.
Verbijstering alom wanneer het "gat" een oude kluis blijkt te zijn die meer herbergt dan een goudschat alleen.
Verschillende facties willen wat er zich in bevindt en gemoederen laaien hoog op.
De kluis wordt bewaakt door de geesten van dertien Ridders van de Twaalfde Maan die de reizigers een sequentie proeven opleggen. Wat de uitkomst hiervan bleek of wat er in de kluis bewaard werd blijft een goedbewaard geheim slechts door enkelen geweten.
Hierna wordt de reis verdergezet richting Kuldar nadat de Dagoris clan in samenwerking met Nanderyan één der grensposten openzet om de Convocatie toch te laten doorgaan. Verscheidene volkeren en reizigers begeven zich eveneens naar de landen der Kuldar om deel te nemen aan dit gebeuren.
Boogschutter 1027 N.R. Jaar van de Keuze
De Ridder van de Zwarte Kraai blijkt als diplomaat voor Ked'Andir op te treden. Hij spreekt in naam van Ked'Andir, Kozakstan én Krimsin. Na een huwelijk tussen Inessa'Ked en Tsaar Mykosevar is het Rijk opnieuw herenigd met de vroegere Noordelijke Provincieën. De Tsaar verwordt tot Regent van heel Ked'Andir.
De Dassenburcht, een noordelijke vesting der Kuldar, blijkt een essentiële rol te spelen in de oorlog tegen de Ogers en hun aanvoerders, de verschrikkelijke Oger-Magi. Binnen de Kuldar clans heerst er onvrede wat betreft het toelaten van vreemdelingen op deze heilige grond.
Ook de Agar'Waen sturen een gezante om deel te nemen aan de gesprekken, de Elfen krijgen een éénmalige vrijgeleide om Mythandir te verlaten. Indien de Huizen hier niet op ingaan zal een bloedbad volgen.
De Dagoris clan blijkt een vloek met zich mee te dragen in de vorm van de Jabberwock, een mysterieus monster dat zich rondom de grenspost ophoudt en reeds velen de dood insleurde. Deze vloek is gelinkt aan een tragedie die generaties terug plaatsvond en de toorn van Borconfax over de clan afriep. Een volgeling van Kalida uit Ked'Andir offert zijn heilige band met de Godin der Wijsheid op in een ritueel om de Jabberwock finaal ten ruste te leggen.
Golven geestkrijgers teisteren de burcht en omliggende moerassen, aangevoerd door gemaskerde krijgsters. Een diplomaat van Maer'Ulur en diens aanhang sneuvelen bij een inval van deze geesten. Het verlies van de Jabberwock, hun machtigste wapen, brengt een ommekeer in deze strijd. Toch dient iedereen te vluchten als een storm van geesten het Aambeeld overspoelt. Hierbij gaan vele levens verloren... die worden opgenomen in de horde geesten!
Een profeet blijkt gecontroleerd door een entiteit die zichzelf uitroept tot nieuwe God van de Dood, tot ontsteltenis van velen. Dit is slechts het begin van de Zielenstorm die dra gans Mythandir en daarna de rest van de Wereld zal verzwelgen...