Nocturne
Vissen
1024 N.R. Jaar van de Rune
De jaarlijkse Midwinterfeesten te Groenvelde werden dit jaar verstoord,
aanwezige gasten van diverse afkomst die verbleven in herberg Het Narrenschip
getuigen van vreemde gebeurtenissen en verschijnselen.
De kloof tussen Kozakken en andere volkeren wordt alsmaar groter. Wolfsgarth
zoekt toenadering tot Kuldar om bijstand in hun duale oorlog tegen Krimsin
en de Ogres. Het geloof in Mythandir herwint aan populariteit, mede dankzij
de vreemde Mythalar.
Een contingent van de Vlam van Mechnar, gestuurd om de hekserij in deze contreien te bestrijden, bleek overijverig in het opsporen en brandmerken van ketters en duistermagiërs. Op de middag van het Midwinterfeest, tijdens de heilige viering van Mechnar, werd een heksenverbranding gehouden waarbij minstens twee onschuldigen de dood vonden. Een derde heks bleek beschermd door duistere krachten en werd afgemaakt met het zwaard doch zou 's avonds samen met haar Heksenmeester de Midwinterviering ter ere van Medista verstoord hebben. Een horde Kurgan dook uit het niets op en geraakte in conflict met aanwezige Kozakken, een opgewekte bloeddorst deed de horde uiteindelijk alle toekijkende aanwezigen aanvallen.
Een
lokale orcenstam afkomstig uit de Grijze Heide dreef handel met Elfen
en Mensen in wapens en bont, naar eigen zeggen om zich te beschermen tegen
een andere orcenstam, de stam van de Hoornberg.
Verscheidene vrouwen die eerder als vermist waren opgegeven werden in
het gezelschap van de orcen opgemerkt, doch verdwenen samen met de bruine
orcen wederom de Heide in.
De gasten werden eveneens betrokken bij een oorlog tussen minstens vier rivaliserende piratenbendes om de erfenis van een reeds lang begraven piratenkoning. De artefacten van deze voormalige heerser van het Meer van Cadrina raakten echter verspreid over de twee grootste bendes en blijven tot op heden vermist.
De dag na het Midwinterfeest zou Mechnar zelf de aanwezige krijgers hebben aangevoerd in een episch gevecht tegen demonische creaturen die vanuit Stenen van Waan naar beneden stroomden. Afgevaardigden van verschillende volkeren streden zij aan zij om deze onheilige horde te verslaan, doch heden rest er geen enkel bewijs om de aanwezigheid van deze gedrochten te staven.
De Keizerin stuurde haar gezanten uit om deze geruchten op waarheid te onderzoeken en het nodige te ondernemen.