Orcen van de Zwarte Steen
In de vlakke grasslanden van de Zwarte Steppe trekt een clan orken rond, al decennia lang is het geweten dat zij daar huizen en zelden de steppe verlaten. Niemand trekt zonder vrees door deze verwilderde en zwart geblakerde steppe. De wildste verhalen gaan de ronde over dat de orken daar een zwarte steen aanbidden die zich op klaarlichte dag in de open vlakte heeft geboord. Rond deze steen uit de hemel hebben zij een tempel gebouwd, zo goed en zo slecht orken dat kunnen.
Het merkwaardige van deze zwarte steen is dat de orken sinds hun aanbidding, geen grootschalige uitvallen in het mensengebied hebben uitgevoerd. De geruchten van enkele kozakse verkenners geven mee dat zij overgeschakeld zijn op het eten van planten, twijgen, wortels, fruit en andere soorten voedsel. Het vlees en vooral het bloed wordt geweerd uit hun voedingspatroon. Het dieet zou hen rustiger en minder bloeddorstig maken. Wat ook te merken valt, nu dat hun uitvallen niet meer voorkomen.
Enkele jaren geleden hebben diezelfde kozakken zo'n orc levend kunnen vangen. Ze waren verbaasd over hoe onvijandig deze ork was tegen hun. De ork jammerde en trachte uit zijn val te geraken, maar kon de link niet leggen tussen de kozakken en de val waarin hij vast zat. Toen de kozakken hem uit zijn val lieten ontsnappen rende de ork richting zijn kamp. Maar na enkele honderden meters draaide die zich om en kwam in alle ijl teruggelopen richting de kozakken.
Die trachtte hem weg te jagen, maar na een enkele pogingen en fles sterke achter de kiezen besloten ze hem bij te houden. Deze ork volgde hen tot aan de grens van de Zwarte Steppe en verder na enkele nachten observatie besloten de kozakken hem een stuk vlees te geven. Ze gaven hem het bloederigste deel van de zopas geschoten wolf. De ork was weigerachtig, maar nadat de kozakken hem op gebarende wijs overtuigde om het te eten, at hij het op. Na enkele kleine likken aan het bloed, stak hij onmiddellijk in zijn bek en slikte. Hij wou meer en de kozakken lachten. Maar niet voor lang. Want het bloed en het vlees deden iets bij de ork opborrelen wat hij zich niet meer kon herinneren. Hij wou meer en meer. Nadat de wolf verslonden was en er geen vlees meer over was begon de ork aggressief te worden. Nog voor de kozakse jagers doorhadden wat er juist aan het gebeuren was raapte de ork een afgeknapte tak op van beboste ondergrond en sloeg de dichtstbijzijnde kozak zijn hoofd er af. De rest sprong recht en trokken hun dolken en kortzwaarden. Maar dat baatte niet, want deze ork was buiten zichzelf en brak zijn tak op de volgende kozak zijn rug. Daarna vloog hij met zijn poten rond de laatste twee van de jagers en knalde hun hoofden zo hard tegen elkaar dat ze uiteenspatte het kamp in een slachtbank veranderde, de ondergrond zag rood van het bloed. Hij stroopte en ontdeed de mannen van hun vlees. De ork vierde feest op deze rode plek in het bos, een feest met bloed, vlees en de sterke drank van de arme kozakken.