Ked'Ari
Wat ooit een kolonie van Mythandir was onder Ked'Rahh de Grote verwerd tot kolonisator na Ragnarok toen Mythandir weer bewoonbaar bleek.
Ooit strekte het Rijk, alsook de macht van de Keizerin, zich uit over het gehele continent. De Mensheid was heer en meester, vijandige wezens werden ongenadig uitgeroeid. Geen orcen, goblins of ogers bewandelen het oppervlak van het Keizerrijk meer. De leegloop die de kolonisatie van Mythandir teweegbracht, alsook de vreselijke Knookoorlogen die niet lang hierna losbraken, maken dat Ked'Ari de handen meer dan volheeft met haar eigen interne politiek.
Inessa'Ked, dochter van Keizerin Mailina'Ked beheert de kolonie als regentes na de onfortuinlijke dood van haar broer, Lan'Ked.
Hoofdstad sinds de legendarische Shan'Ked is On'Dath, een kleine republiek op zich. Tijdens de Knookoorlogen verschool het overgrote deel van de bevolking, of wat daarvan over was, zich binnen de muren van de hoofdstad. Sindsdien zijn de meeste burgers van het Rijk ter plaatse gebleven en hebben zich gevestigd in één van de vele stadsdistricten of de talloze dorpen die rondom de stad en haar imposante vestingsmuren zijn verschenen overheen slechts een halve eeuw.
In On'Dath bevinden zich de Grote Bibliotheek gewijd aan Kalida, met daarin alle resterende kennis van het ooit zo machtige Rijk, de Tempel van de Eeuwige Slaap, belangrijkste zetel van de Orde van de Goede Dood en de Sanctus Hospitalis oftewel Grote Tempel van de Eeuwige Feniks, het grootste en belangrijkste heiligdom van Bruon ter wereld.
De Ordo Mortis opereert hier openlijk en maakt zelfs deel uit van het Keizerlijke garnizoen. Reden is de Dodenstad, een stadsdistrict dat tijdens de Knookoorlogen tot ruïnes werd herleid en sindsdien nooit meer is heropgebouwd. Er zouden talloze levenloze verschrikkingen huizen binnen de imposante muren ervan. De Ordo Mortis zorgt ervoor dat er slechts spookverhalen doorsijpelen tot bij de bevolking.
Blikvanger blijft uiteraard het Keizerlijke Paleis van waaruit de Keizerin regeert over het Rijk. Gebouwd ten tijde van Shan'Ked de Majestueuze
wordt dit door velen aanzien als het mooiste klassieke bouwwerk ter wereld, daterend uit de tijd van Ked'Rahh zelf. Eén der bouwmeesters die door de legendarische Keizer zou aangesteld zijn en meereisde met de kolonisatievloot heeft het ontworpen en de bouw persoonlijk gecoördineerd.
Lakh'Mar is de grensstad die Rijk en Vrijlanden goed- én kwaadschiks met mekaar verbindt. De palissade dient om de wettelozen buiten de stad te houden en de veiligheid van de handelaars te waarborgen die er zich vestigden. Onder andere Handelshuis Lombardi heeft hier een groot filiaal.
Aan de voet van de stad heeft zich een heus dorp ontwikkeld, Kluysse, alwaar vele handelaars neerstreken en zich ook enkele gereputeerde taveernes en huizen van lichte zeden bevinden. Vrijlanders én burgers van het Rijk lopen hier ongegeneerd door mekaar, slechts vaag gecontroleerd door de troepen van Baron Philippe Laroche, een Ridder van de Zwarte Kraai die regeert vanuit z'n burcht die boven de stad uit torent.
Noemenswaardig zijn ook de vijf grootste zeehavens van Ked'Ari, respektievelijk: Kraken, Shanhaven, Calmar, Piscares en Berendrode. Deze laatste is vernoemd naar Berend, de Ridder van de Zwarte Kraai die destijds de Eerste Knookoorlog zou beslecht hebben in het nadeel van het Cabal Macabre.
Shanhaven is de grootste van de vijf en dient als belangrijkste punt in het zeeverkeer van en naar Mythandir. Het is de plek waar volgens de overlevering ooit Shan'Ked en haar gevolg voor het eerst voet aan wal zetten.
Twee tempels die niét in de hoofdstad liggen zijn de Basiliek van de Onoverwinnelijke Zon, gewijd aan Mechnar, en de Tempel van Borconfax, tevens grootste en belangrijkste smederij van het ganse Rijk. Rond deze twee geloofscentra hebben zich vanzelf enkele kleinere en grotere gemeenschappen gevormd.
De voormalige burcht van de Lich King, altans de ruïnes hiervan, vormen de grens tussen Vrij- en Doodslanden oftewel de uiterste grenzen van het Rijk. De Doodslanden maakten ooit deel uit van Ked'Ari maar zijn sinds de Eerste Knookoorlog, zo'n zeventig jaren geleden, verboden terrein. Niemand weet wat er zich afspeelt en wat voor wezens hier nog rondwaren.