Groïn, de Dwerg, komt in de grote gelagzaal aan en kijkt even rond. Hij schudt met z’n hoofd en klimt dan op één van de tafels. Vervolgens klopt hij met ’t heft van z’n grote tweehandsbijl op de tafel om jullie aandacht te trekken.
“Mensen, Elfen, Orken, en anderen die willen strijden tegen de Demonen horde. Het moment is nu aangebroken! We staan aan een keerpunt in dit Era. Jullie kunnen nu kiezen hoe de toekomst er gaat uitzien. Jullie kunnen beslissen of we een einde maken aan deze Demonen Invasie! Of dat we binnen een paar dagen de Demonen gaan aanspreken als ‘Meester’!”
“Ik weet dat er hier in Caer Brenin nog een paar onontdekte ruimtes zijn, waar we misschien nog wat zaken gaan kunnen vinden om ons te sterken in de komende strijd.
Ik vraag jullie maar een paar dingen!”
“Wie onder jullie wil een van de nieuwe kampioenen van de Goden worden en de strijd aangaan tegen dat gedrocht dat zichzelf Demonenkeizer noemt?”
“Wie onder jullie wil je kampioenen bijstaan in de strijd zodat ze zeker tot aan de Demonenpoort geraken?”
“Wie onder jullie wil je gaven en kennis aanwenden om je kampioenen alle (magische) bescherming te geven en kennis te delen, zodat ze zo lang mogelijk kunnen overleven in Wolfsgarth?”
“En wie onder jullie wil het fort bewaken zodat we, in uiterste nood, nog een terugval basis hebben moest het allemaal fout lopen?”
“Het moment is NU aangebroken om deze keuzes te maken. Neem de tijd om onder jullie te beslissen wie wat gaat doen. Hierna wil ik een aantal vrijwilligers hebben om de verborgen ruimtes met mij te gaan opzoeken om te zien wat we hier nog kunnen vinden en gebruiken.”
“Moge Borconfax ons bijstaan en moge zijn vrouwe Kalida jullie wijsheid geven”
Hij kijkt hierna nog even rond om te zien of iedereen hem goed heeft begrepen. Hij knikt dan even, springt van de tafel af en wandelt de gelagzaal buiten. Hij wandelt hoorbaar richting de herberg.
Leave a reply